Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zult gij nu uw dochteren niet geven aan hun zonen, en hun dochteren niet nemen voor uw zonen, en zult hun [23]vrede en hun [24]best niet zoeken, tot in eeuwigheid; opdat gij sterk wordt, en het goede des lands eet, en uw kinderen doet erven tot in [25]eeuwigheid. 23. Dat is, hun welstand; zie Deut.23:6. 24. Hebreeuws, goed. 25. Zie Gen.17:1.